Verantwoording gegevensbescherming

In dit document maak ik aan de hand van 7 stappen duidelijk op welke manier ik voldoe aan de Algemene verordening gegevensbescherming zoals die op 25 mei 2018 als nieuwe Europese privacywet is ingegaan. In deze wet staan een aantal verplichte maatregelen genoemd waaraan ik als therapeut aan moet voldoen omdat ik gegevens vastleg in cliëntendossiers.

STAP 1: BENOEMEN PERSOONSGEGEVENS

In deze stap leg ik vast welke persoonsgegevens ik vastleg in een cliëntendossier. 

xNaam, adres, postcode, woonplaats van de cliënt(en)
xGeboortedatum van de cliënt(en)
xTelefoonnummer en e-mail van de cliënt(en)

Bij minderjarige cliënten:

xOok naam, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres van beide ouders
xEen vinkje bij de vraag of beide ouders op de hoogte en akkoord zijn met mijn behandeling

Indien dit in belang is van de begeleiding/behandeling, leg ik de volgende verdere gegevens vast:

xHuisarts;
xSchool van de minderjarige cliënt

Opmerking over het vastleggen van bijzondere persoonsgegevens:

Gegevens over godsdienst of levensovertuiging, gezondheid, zaken m.b.t. de seksualiteit, of strafrechtelijke gegevens worden bijzondere gegevens genoemd.

Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is in principe verboden, tenzij u zich op een wettelijke uitzondering kunt beroepen. Indien de gegevens worden verwerkt in het kader van gezondheidszorg, hulpverlening, of sociale dienstverlening is verwerking toegestaan, maar alleen als dat gebeurt door een beroepsbeoefenaar met een beroepsgeheim of andere persoon die aan geheimhouding is gebonden. Deze uitzondering geldt dus op basis van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) ook voor complementaire of alternatieve zorgverleners die zijn geregistreerd bij RBCZ.

Indien dit in belang is van de begeleiding/behandeling, leg ik de volgende bijzondere persoonsgegevens vast:

xGodsdienst of levensovertuiging;
xGezondheid;
xZaken m.b.t. de seksualiteit;
xMogelijke strafrechtelijke gegevens zoals een melding bij Veilig Thuis, begeleiding door jeugdzorg, geweldconflicten in het gezin.

Het Burger Service Nummer (BSN)

Organisaties buiten de overheid mogen een Burgerservicenummer alleen gebruiken als dit in een wet is bepaald. En alleen voor het doel dat in de wet staat omschreven.

Zorgverleners mogen het BSN bijvoorbeeld gebruiken als zij werken in het kader van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Dat is niet het geval bij een complementair, of alternatief therapeut. Zij mogen dus het BSN niet vastleggen. De declaratie in het kader van de aanvullende zorgverzekering valt niet onder de Zorgverzekeringswet en is geen grond voor het gebruik van het BSN.

xIk leg het Burgerservicenummer niet vast

Als u nog meer vastlegt in het cliëntdossier kunt u dat hieronder aanvullen

  1. Medicijngebruik
  2. Familie anamnese. Gezondheidstoestand van de ouders, grootouders en directe familieleden. Echter zonder persoonsgegevens van de betrokkenen.
  3. Klachten betreffende de gezondheid
STAP 2: DE DOELEINDEN VASTLEGGEN VAN DE PERSOONSGEGEVENS DIE WORDEN VERWERKT

In deze stap legt ik vast waarom ik de persoonsgegevens van stap 1 vastlegt. 

Doeleinden van de persoonsgegevens die door mij worden verwerkt.

Behalve de AVG, zijn de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) en de beroepscode van mijn beroepsvereniging en van het Register Beroepsbeoefenaren Complementaire Zorg (RBCZ) van toepassing op mijn werk. Deze zijn van invloed op de doeleinden waarvoor ik persoonsgegevens vastleg. Om die reden ga ik als volgt om met persoonsgegevens:

Voor mij als therapeut geldt op grond van de beroepscode en het wettelijk geregeld medisch beroepsgeheim een geheimhoudingsplicht. Medewerkers van een psychosociale of complementaire praktijk zijn via arbeidscontract aan een geheimhoudingsplicht gebonden.

Dossierplicht

Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) ben ik als zorgverlener verplicht een medisch dossier bij te houden.

Bewaartermijn

De hoofdregel voor het bewaren van medische dossiers staat in de WGBO. Dat is 15 jaar, gerekend vanaf de datum van vastlegging van ieder afzonderlijk gegeven. De termijn kan langer zijn indien dit noodzakelijk is met het oog op de behandeling (bijvoorbeeld indien iemand een chronische ziekte heeft).

Beroepsgeheim

Voor mij als therapeut geldt op grond van de beroepscode en het wettelijk geregeld medisch beroepsgeheim een geheimhoudingsplicht. Medewerkers van een psychosociale of complementaire praktijk zijn via arbeidscontract aan een geheimhoudingsplicht gebonden.

Minderjarigen.

Volgens de patiëntenrechten uit de WGBO komen de wilsbekwame minderjarige tussen 12-16 jaar zelf en de ouder(s) met gezag toe. Ouder(s) van minderjarigen tot 16 jaar hebben medebeslissingsrecht over de behandeling. Ouders hebben recht op informatie en inzage in het dossier, wanneer dit gekoppeld is aan het medebeslissingsrecht voor de behandeling. Er bestaat een uitzondering op dit inzagerecht, namelijk wanneer de professional van mening is dat de uitoefening van bepaalde patiëntenrechten indruist tegen het belang van de patiënt. Wilsbekwame patiënten van 12 jaar en ouder zijn zelf bevoegd om toestemming te verlenen voor doorbreking van de geheimhouding.

STAP 3: LEG VAST HOE DE CLIËNT/PATIËNT GEÏNFORMEERD WORDT

In deze stap legt ik vast hoe ik de cliënt informeert. Ik geef dit aan door een vinkje, of een kruisje in het hokje.

xIk informeer de cliënten per mail over de teksten die ik op mijn website over de dossierplicht heb geplaatst.
xIn het intake gegesprek verifieer ik of de informatie gelezen is. Zo niet dan kunnen cliënten desgewenst ter plekke de informatie inzien.
Deze informatie ligt vast in een schriftelijke behandelovereenkomst. Zo ja, sluit deze behandelovereenkomst bij in dit document.
xOp mijn website staat informatie over mijn werkwijze, de dossierplicht en de verplichtingen als gevolg van de WGBO, de Wkkgz en de beroepscode.
xIndien kinderen jonger zijn dan 16 jaar, geven beide ouders  toestemming tot de behandeling en daarmee tot het vastleggen van gegevens in een dossier. Dit controleer ik in het intake gesprek en leg dit middels een vinkje vast.
xIk vraag bezoekers van mijn site om hun naam, e-mailadres e.d. in te vullen.Ik leg uit waarvoor deze persoonsgegevens zijn en wat ik ermee doe. Dit doe ik om een afspraak digitaal vast te leggen en de cliënten per mail te herinneren aan de afspraak.
STAP 4: LEG VAST WIE ER DAADWERKELIJK WERKEN MET DE CLIËNTDOSSIERS?

In deze stap legt ik vast wie daadwerkelijk werkt met de cliëntendossiers. Door een vinkje, of een kruisje in het hokje te plaatsen. 

xIk ben ZZP-er en ben de enige die toegang heeft tot de dossiers. Vanuit de beroepscode heb ik een beroepsgeheim.
Verschillende collega’s hebben toegang tot patiëntendossiers. Zij vallen eveneens onder het beroepsgeheim en hanteren dezelfde regels
Er zijn ook medewerkers die toegang hebben tot de patiëntendossiers. In de arbeidsovereenkomst is de geheimhouding geregeld.
xIk bepreek wel eens met collega’s, of in intervisiegroepen casuïstiek uit de praktijk. Dat gaat altijd anoniem en onherkenbaar
STAP 5: VASTLEGGEN HOE U DE BEVEILIGING VAN DE PERSOONSGEGEVENS (CLIËNTENDOSSIERS) HEEFT GEREGELD

Ik bent verplicht om passende technische en organisatorische maatregelen te nemen om het verlies van persoonsgegevens of onrechtmatige verwerking tegen te gaan. 

Ik geef hier aan  hoe ik de beveiliging heeft geregeld door een vinkje, of een kruisje in het vierkant te plaatsen. 

xIk werk met papieren cliëntendossiers. Deze worden in een afgesloten kast bewaard
xIk werk met een digitaal cliëntendossier. Dit is beveiligd door een wachtwoord.
Ik werk met een digitaal cliëntendossier dat is versleuteld en beveiligd met een wachtwoord
xIk maak regelmatig een back-up van mijn cliëntbestanden
xDoordat ik regelmatig de laatste versie update van mijn software installeer, zorg ik er voor dat mijn software optimaal beveiligd is
STAP 6: LEG VAST WELKE EXTERNE PERSONEN OF BEDRIJVEN TOEGANG HEBBEN TOT DE PERSOONSGEGEVENS EN DAARMEE TOT DE GROEP VERWERKERS BEHOREN WAARMEE U EEN VERWERKERSOVEREENKOMST MOET AFSLUITEN.

Leveranciers waarmee ik een verwerkersovereenkomst heb afgesloten zijn: ..

STAP 7: LEG VAST HOE U OMGAAT MET DATALEKKEN

Toelichting op deze stap:

Sinds 1 januari 2016 geldt de meldplicht datalekken. Deze meldplicht houdt in dat organisaties (dus ook therapeuten) direct (binnen 72 uur na het datalek) een melding moeten doen bij de Autoriteit Persoonsgegevens zodra zij een ernstig datalek hebben.

Soms moeten zij het datalek ook melden aan de betrokkenen (de mensen van wie de persoonsgegevens zijn gelekt).

Voorbeelden van datalekken zijn: een kwijtgeraakte USB-stick met persoonsgegevens, een gestolen laptop of een inbraak in een databestand door een hacker.

Wanneer moet u een datalek melden?

U hoeft een datalek alleen te melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens, als dit leidt tot ernstige nadelige gevolgen voor de bescherming van persoonsgegevens, of als een aanzienlijke kans bestaat dat dit gebeurt. Dat is het geval als er bij het datalek ofwel persoonsgegevens verloren zijn gegaan (ze zijn voor u niet meer terug te halen en er was geen back-up) ofwel onrechtmatige verwerking van de persoonsgegevens niet is uit te sluiten (iemand heeft mogelijk toegang (gehad) tot de persoonsgegevens terwijl diegene daartoe niet bevoegd was en u hebt geen controle over wat diegene met de gegevens heeft gedaan of nog zal doen).

U hoeft de betrokkenen (de cliënten van wie u gegevens verwerkt) alleen te informeren als een datalek waarschijnlijk ongunstige gevolgen heeft voor hun persoonlijke levenssfeer. Dat kan het geval zijn als er gegevens van gevoelige aard zijn gelekt (bijvoorbeeld gezondheidsgegevens) die door derden kunnen worden misbruikt.

Ik heb de uitleg begrepen en zal er naar handelen. Ik geef aan met een kruisje of vinkje  in het vierkant wat in mijn situatie van toepassing is.

xIk begrijp wanneer ik een datalek moet melden en zal daar naar handelen
xIk heb afspraken gemaakt in de verwerkersovereenkomst met leveranciers en ik word  daardoor tijdig geïnformeerd als er een datalek is geweest
ONDERTEKENING EN DATUM

Ria Wassink, 21 januari 2019 te Nijkerk